
donderdag, september 16, 2004
Didier Lefèvre maakt zijn eerste fotoreportage in 1984 voor Artsen Zonder Grenzen. Hij schetst voor hen, in opdracht, het kader en de omstandigheden waarin zij werken. In 1986 maakt hij met een groep van Artsen Zonder Grenzen een eerste reis naar Afghanistan, waar een oorlog woedt tussen de Sovjets en de moedjahedien. Deze opdracht zal een stempel op zijn leven drukken, zoals de oorlog er een heeft gedrukt op de wereldgeschiedenis.Dat verhaal vertelt hij in De fotograaf. In 1988 verlaat hij AZG om persfotograaf te worden. Sindsdien is Didier Lefèvre nog zeven keer naar Afghanistan gereisd, "om mensen terug te zien en veranderingen op te tekenen". Bij Editions Ouest France verscheen ook een boek met teksten en foto's dat het integrale verhaal van zijn belevenissen vertelt. Frédéric Lemercier verzorgde de inkleuring en de lay-out van tekeningen en foto's.
Inmiddels is ook deel twee in deze reeks van drie foto-stripboeken verschenen. (Uitgave Dupuis, collectie Vrije Vlucht, 12,50 euro per stuk)
Wanneer een fotojournalist terugkomt van een opdracht in oorlogsgebied, brengt hij honderden foto's, maar vooral anekdotes mee. Van die honderden foto's worden enkele tientallen afgedrukt, en maar een paar daarvan worden verkocht. Al de rest blijft onder de vorm van contactjes ongebruikt in een doos liggen... Als de fotograaf een verteller is, horen zijn vrienden en familie sommige anekdotes. Maar de tijd gaat voorbij en de man krijgt nieuwe opdrachten en maakt weer andere foto's. Recente anekdotes verdringen de vorige, die ergens in het geheugen worden opgeslagen. Op die manier dommelen verhalen in. In stripverhalen kun je anekdotes laten herleven. Er zijn wel honderd redenen waarom ik op Didier Lefèvre gesteld ben. Eén daarvan is dat hij een goeie fotograaf is. Een andere reden is dat hij prachtige verhalen kan vertellen. Al sinds ik hem de eerste keer hoorde, wil ik een boek met hem maken. Er zijn contactafdrukken die dat bewijzen. De strip laat nu zijn stem horen: de tekeningen vullen de hiaten op tussen de foto's en het verhaal dat Didier wil vertellen op momenten waarop hij, om God weet welke reden, het niet met foto's kan doen. (Voorwoord van Emmanuel Guibert)
Inmiddels is ook deel twee in deze reeks van drie foto-stripboeken verschenen. (Uitgave Dupuis, collectie Vrije Vlucht, 12,50 euro per stuk)
Wanneer een fotojournalist terugkomt van een opdracht in oorlogsgebied, brengt hij honderden foto's, maar vooral anekdotes mee. Van die honderden foto's worden enkele tientallen afgedrukt, en maar een paar daarvan worden verkocht. Al de rest blijft onder de vorm van contactjes ongebruikt in een doos liggen... Als de fotograaf een verteller is, horen zijn vrienden en familie sommige anekdotes. Maar de tijd gaat voorbij en de man krijgt nieuwe opdrachten en maakt weer andere foto's. Recente anekdotes verdringen de vorige, die ergens in het geheugen worden opgeslagen. Op die manier dommelen verhalen in. In stripverhalen kun je anekdotes laten herleven. Er zijn wel honderd redenen waarom ik op Didier Lefèvre gesteld ben. Eén daarvan is dat hij een goeie fotograaf is. Een andere reden is dat hij prachtige verhalen kan vertellen. Al sinds ik hem de eerste keer hoorde, wil ik een boek met hem maken. Er zijn contactafdrukken die dat bewijzen. De strip laat nu zijn stem horen: de tekeningen vullen de hiaten op tussen de foto's en het verhaal dat Didier wil vertellen op momenten waarop hij, om God weet welke reden, het niet met foto's kan doen. (Voorwoord van Emmanuel Guibert)
